Zo is Phom Penh ontstaan:
Mevrouw Ping was de eerste vestigde op plek, waar nu Phnom Penh ligt. Ze was van Chinese afkomst en haar naam verbasterde in de loop der jaren tot Penh.
Volgens de overlevering ging het zo:
Penh was een rijke, Chinese dame, die aan de rand woonde van een dorp, waar nu het huidige Phnom Penh ligt. Op een dag zag ze een kokiboom inde rivier drijven.
De holle boom spoelde aan en daar vond ze vier bronzen Boeddhabeelden in. Ze beschouwde dit als een teken van Boeddha: hij wilde klaarblijkelijk een nieuwe woonplaats. Daarom bouwde zij in 1373 met behulp van anderen een heuvel, die 27 meter hoog werd.
Op deze heuvel maakte zij een heiligdom, waar zij de bronzen beelden en andere kostbare voorwerpen plaatste. Deze heuvel is de huidige Wat Phnom.
Het eerste begin van Phom Penh was een feit (Phnom betekent: berg).
In 1434, kwam de Koning Ponhea Yat aan de macht en hij stichtte de stad en gaf hem de naam Phnom Penh.
Het is voor veel Khmers een zeer heilige plaats. Het terrein van de tempel bestaat uit meerdere gebouwen, die allemaal een aantal keer vernietigd en opnieuw gebouwd zijn. Op de straat rondom de
tempel zijn veel waarzeggers, gebedsgenezers, bedelaars en heilige mannen.
Het heiligdom is vaak herbouwd, elke nieuwe wederopbouw was mooier dan vorige. Er is een altaar voor Yeay Penh (" grootmoeder Penh") tussen stupa en Vihear. De meeste mensen van Phnom Penh
beschouwen haar als krachtige beschermende geest van de stad en zij zullen haar aanbidden en zullen om haar om hulp vragen in een belangrijke beslissing.
De grote stupa bevat de overblijfselen van Koning Ponhea Yat (1405-1476) en zijn koningshuis. Binnen de stupa is een standbeeld van Boeddha uit de Angkorean periode.
Wat Phnom is het hart van de stad. Bijna 27 meter boven zeeniveau, is het het hoogste punt van de stad. De reusachtige klok, die bij nacht onderaan de heuvel aan de zuidelijke kant wordt verlicht, is één van de bijzonderheden van Phnom Penh geworden.
