Pailin was oorspronkelijk een klein bosgebied vol met dieren en verschillende edelstenen.
Rond de 18de of 19de eeuw was er een groep jagers, die steeds verder achter de wilde dieren aan gingen. Totdat ze bij het huidige Pailin aankwamen. Het was een jungle met
hoge bomen, velden en riviertjes. De jagers zagen otters, die zwommen en deze maakten zich uit de voeten, toen ze mensen zagen. De jagers gingen vervolgens naar de plaats, waar de otters samen gespeeld hadden.
Zij zagen kleine heldere stenen en iedereen nam een steen mee om aan hun vrienden en hun familieleden te tonen in hun thuisland. Aangekomen in het thuisland, waren er bewoners (er werd gezegd dat ze
uit Kola kwamen in Chanthaburi Provincie Siam waren) zeer verrast. Ze begrepen, dat het waardevolle stenen waren.
Iedere keer, wanneer de jagers weer in die jungle waren, namen stenen mee. Ze braken de stenen en poetsen ze op tot glimmende edelstenen met een hoge zuiverheid.
De jagers wisten, dat dit een manier van geld verdienen was. Ze keerden vaak naar de oude plek terug. Vanaf dat moment werd Pailin belangrijk als handelsplaats.