Deze schilderachtige provincie ligt in het Zuidwesten van het land. Het heeft een tachtig kilometers kuststrook met de Golf van Thailand. De provinciehoofdstad is Kampot en ligt dichtbij de Elephant Mountains en het Bokor Hill Station. Vergeleken met het overvolle Sihanoukville zult u hier rust en bijna geen toeristen vinden.
De meeste bezoekers komen voor de oude Franse koloniale gebouwen, Bokor Hill Station, de stranden en het kleine eiland Kep.
De provincie Kampot is ook beroemd voor de durian vruchten (ook: kokosnoot, mango, enz.), zijn zeezout en natuurlijk de beroemde peper van Kampot. Het speciale frisse klimaat, de vruchtbare grond van Kampot en de ervaring van verschillende generaties van peper-landbouwers maken deze peper uniek en wordt wereldwijd geëxporteerd naar de betere restaurants.
De kleine stad Kampot aan de rivier Tuk Chhou ligt 5 km verwijderd van de zee. De visserij en de landbouw zijn de belangrijkste activiteiten; durians en meloenen groeien er in overvloed. In het zuiden van de stad is een grote stoffige rotonde met drie hotels, die er rondom zijn gebouwd: Phnom Kieu, Phnom Kamchay, en Tuk Chhou. Elk heeft zijn eigen restaurants; Tuk Chhou biedt een belabberde nachtclub aan. Ook aan de rotonde is het restaurant Prachummith, dat dichtbij het restaurant Amar ligt.
In het zuiden van de stad, dichtbij de rivier is GPO-gebouw. Dat is het telecommunicatie gebouw. Anderhalve kilometer naar het noorden ligt de centrale markt met veel voedsel stalletjes. Al het transport is geconcentreerd bij de markt: motoren, taxi’s, vrachtwagens en bussen. Het station ligt het verder noordelijk, maar dit is niet meer gebruikt.
De oude Franse markt gebouw is gerestaureerd en herbergt nu een aantal winkels, cafés en restaurants. Een andere grote markt ligt aan het andere eind van de stad. Hoewel er vaak toeristen in Kampot komen, zijn er hier geen beruchte 'girl-bars'.
De oostelijke oever van de Teuk Chhou rivier heeft een brede promenade met grote, oude casuarinabomen en enkele vijgenbomen. De meeste van de oude gebouwen zijn gerenoveerd, met inbegrip van de oude markt, zoals reeds gezegd. Zes jaar geleden was het nog een rotte, vuile,
halfverlaten plek. Als je op de promenade loopt, heb je een fantastisch uitzicht over de rivier naar de Elephant Mountains. De rivier zorgt voor een klimaat met een frisse wind. Als de wind uit het zuidelijke richting komt heb je de frisse geur van zeelucht.
Zuidelijk van Kampot is er een Cham vissersdorp aan de oever van de rivier. De Chams hebben een bepaalde historische relatie tot Malaya. Hun vissersboten zien er ongeveer hetzelfde uit als de boten in Maleisië. Het vissersdorp is omgeven door overblijfselen van mangrovebossen. Mangrove bossen strekken zich uit over delen van kust van de provincie Kampot, voor zover ze nog niet vernietigd zijn.
Er is bijna niets interessants in Kampot, behalve door de stad te dwalen. De bouwvallige Franse gebouwen en winkelvoorzijden te bekijken.
Je kunt 35 km. verder naar Kep gaan, dat een leuk strand heeft en vissersrestaurantjes. Verschillende goede guesthouses, voor elk wat wils (van $150 tot $10). Vanuit Kep kan
je een trip maken naar Rabbit Island met zijn ongerepte stranden, je kan er ook overnachten. In Kep zelf kan je fietsen of brommertjes huren om de omgeving te
verkennen of een mooie wandeling op de heuvel maken. Kampong Tran heeft mooie grotten.
Je kunt Kampot per vliegtuig vanuit Phnom Penh bereiken. De frequentie
laat echter te wensen over. Per auto bereik je Kampot in hooguit vier uur vanuit Phnom Penh, maar deze gaat over een hobbelige weg met een prachtig uitzicht op de natuur.
Vanuit Phnom Penh rijden er ongeveer 4 bussen per dag naar Kampot. De rit duurt ongeveer 4 uur met een tussenstop van een 1/2 uur waar je iets kan eten of drinken.