De dierenwereld is bijzonder rijk en behoort tot die van Zuidoost-Azië. De meeste dieren zijn te vinden in de meest afgelegen
gebieden van het land, onder andere in de wouden van de noordelijke bergprovincies Ratanakiri en Mondulkiri (tegen Vietnam) en op de beboste hellingen van het Cardamomgebergte in het zuidwesten.
Hier leven herten, wilde buffels, luipaarden, apen, eekhoorns, vliegende vossen en beren, waaronder de Maleise beer. De grootste slang is de python, een wurgslang. Tot de gifslangen behoren de cobra, de koningscobra, de gestreepte krait en de Russel’s pit viper.
|

Maleise beer |
Zeldzaam zijn de kouprey, een wilde buffelsoort, de Aziatische wilde hond en de ‘serow’, een berggeit.
De kouprey werd in 1963 door koning Sihanouk tot nationaal dier uitgeroepen. De kouprey leeft waarschijnlijk in kleine kudden in los groepsverband. Soms mengen deze kudden met andere runderen, als waterbuffel en banteng. De
kouprey kan wel 2 meter hoog worden.
In het Cardamomgebergte komen zeer grote vlinders voor en verder olifanten, tijgers en de zeldzame Siamese krokodil. In het Ream Nationaal Park leeft
een zeer bijzondere apensoort, de krabetende makaak.
Aalscholvers, reigers en kraanvogels komen vrij algemeen voor, maar de Indo-Chinese ekster, de grote neushoornvogel, de gevlekte pelikaan, de adjudant (een soort maraboe) en de groene pauw zijn veel zeldzamer.

De Irrawaddy dolfijn
In sommige delen van de Mekong komt de reuzenmeerval voor, de grootste zoetwatervis ter wereld met een lengte van 3 meter en een gewicht tot 250 kilo.
Ook de Irrawaddy-dolfijn, een van de meest bedreigde dieren ter wereld, bewoont de Mekong. Ze bereiken een lengte van meer dan twee meter, wegen 90 tot 150 kilo en lijken meer op een bruinvis dan op een zeedolfijn. Ze kunnen
een snelheid van 40 km per uur bereiken. De Irrawaddy-dolfijn is een van de vijf soorten zoetwaterdolfijnen ter wereld en in de Mekong leven naar schatting nog zo’n 150 exemplaren. Over deze speciale dolfijn is een
speciale pagina gemaakt <klik nu>
Een team wetenschappers heeft een nieuwe gekkosoort ontdekt in een vrij ontoegankelijk en bergachtig gebied in Cambodja. Het diertje slaagt er blijkbaar om zich perfect te camoufleren en helemaal op te gaan in
de natuur. Misschien daarom dat de gekko altijd aan het oog van biologen is ontsnapt. De nieuwe soort kreeg de moeilijke naam Cnemaspis neangthyi.

De Cnemaspis neangthyi
In Cambodja is een nieuwe vogelsoort ontdekt - de Cambodjaanse snijdervogel. Niet in een afgelegen jungle of het platteland van het Aziatische gebied, maar midden in de hoofdstad Phnom-Penh.
De vogel heeft een grijze borst, zwarte vleugels en een roodborstjesrode coupe. Hij leeft in het kreupelhout, op een plek waar de drie rivieren die door Cambodja stromen, samenkomen.
Binnen de stadsgrenzen wordt het kreupelhout - en daarmee de leefomgeving van de nieuw ontdekte vogel - bedreigd door de drukte. Vlak buiten de stad is er echter nog genoeg over, en
volgens de vogelspotters die het dier ontdekten, zitten daar dan ook de meeste exemplaren.
De afgelopen twee decennia komen er meer nieuwe vogelsoorten uit Zuid-Oost Azië. Dat komt omdat de afgelegen gebieden in deze regio vaker door wetenschappers worden aangedaan. Veel
van deze vogels blijken bij de ontdekking al met uitsterven bedreigd - vaak omdat hun leefgebied wordt verdrongen door mensen. Ook de Cambodjaanse snijdervogel komt waarschijnlijk
op de rode lijst van bedreigde vogelsoorten.